Lidwoord voor programmeertaal
1
de programmeertaal v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze programmeertaal, die programmeertaal
dichtbij deze programmeertaal
verder weg die programmeertaal
betrekkelijk voornaamwoord
de programmeertaal die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun programmeertaal
onbepaald voornaamwoord
elke programmeertaal
buigings-e
de grote programmeertaal, een grote programmeertaal