Lidwoord voor punt
1
de punt m
gebakje, uiteinde
aanwijzend voornaamwoord
deze punt, die punt
dichtbij deze punt
verder weg die punt
betrekkelijk voornaamwoord
de punt die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun punt
onbepaald voornaamwoord
elke punt
buigings-e
de grote punt, een grote punt
2
het punt o
cijfer, ogenblik, onderwerp, plaats, rekeneenheid
aanwijzend voornaamwoord
dit punt, dat punt
dichtbij dit punt
verder weg dat punt
betrekkelijk voornaamwoord
het punt dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun punt
onbepaald voornaamwoord
elk punt
buigings-e
het grote punt, een groot punt
3
de punt v(m)
eenheid, leesteken, stip
aanwijzend voornaamwoord
deze punt, die punt
dichtbij deze punt
verder weg die punt
betrekkelijk voornaamwoord
de punt die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun punt
onbepaald voornaamwoord
elke punt
buigings-e
de grote punt, een grote punt