Lidwoord voor purist
1
de purist m
aanwijzend voornaamwoord
deze purist, die purist
dichtbij deze purist
verder weg die purist
betrekkelijk voornaamwoord
de purist die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun purist
onbepaald voornaamwoord
elke purist
buigings-e
de grote purist, een grote purist