Lidwoord voor raamwet
1
de raamwet v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze raamwet, die raamwet
dichtbij deze raamwet
verder weg die raamwet
betrekkelijk voornaamwoord
de raamwet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun raamwet
onbepaald voornaamwoord
elke raamwet
buigings-e
de grote raamwet, een grote raamwet