Lidwoord voor rabbijn
1
de rabbijn m
aanwijzend voornaamwoord
deze rabbijn, die rabbijn
dichtbij deze rabbijn
verder weg die rabbijn
betrekkelijk voornaamwoord
de rabbijn die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun rabbijn
onbepaald voornaamwoord
elke rabbijn
buigings-e
de grote rabbijn, een grote rabbijn