Lidwoord voor ramp

1

de ramp v(m)

ongeluk
aanwijzend voornaamwoord
deze ramp, die ramp

dichtbij deze ramp

verder weg die ramp

betrekkelijk voornaamwoord
de ramp die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ramp
onbepaald voornaamwoord
elke ramp
buigings-e
de grote ramp, een grote ramp
2

de ramp m

halfpipe
aanwijzend voornaamwoord
deze ramp, die ramp

dichtbij deze ramp

verder weg die ramp

betrekkelijk voornaamwoord
de ramp die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ramp
onbepaald voornaamwoord
elke ramp
buigings-e
de grote ramp, een grote ramp

Woorden die lijken op ramp