Lidwoord voor regenboogtrui
1
de regenboogtrui v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze regenboogtrui, die regenboogtrui
dichtbij deze regenboogtrui
verder weg die regenboogtrui
betrekkelijk voornaamwoord
de regenboogtrui die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun regenboogtrui
onbepaald voornaamwoord
elke regenboogtrui
buigings-e
de grote regenboogtrui, een grote regenboogtrui