Lidwoord voor revival
1
de revival v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze revival, die revival
dichtbij deze revival
verder weg die revival
betrekkelijk voornaamwoord
de revival die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun revival
onbepaald voornaamwoord
elke revival
buigings-e
de grote revival, een grote revival