Lidwoord voor robbertje
1
het robbertje o
aanwijzend voornaamwoord
dit robbertje, dat robbertje
dichtbij dit robbertje
verder weg dat robbertje
betrekkelijk voornaamwoord
het robbertje dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun robbertje
onbepaald voornaamwoord
elk robbertje
buigings-e
het grote robbertje, een groot robbertje