Lidwoord voor routinecontrole

1

de routinecontrole v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze routinecontrole, die routinecontrole

dichtbij deze routinecontrole

verder weg die routinecontrole

betrekkelijk voornaamwoord
de routinecontrole die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun routinecontrole
onbepaald voornaamwoord
elke routinecontrole
buigings-e
de grote routinecontrole, een grote routinecontrole

Woorden die lijken op routinecontrole