Lidwoord voor rozenwater
1
het rozenwater o
aanwijzend voornaamwoord
dit rozenwater, dat rozenwater
dichtbij dit rozenwater
verder weg dat rozenwater
betrekkelijk voornaamwoord
het rozenwater dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun rozenwater
onbepaald voornaamwoord
elk rozenwater
buigings-e
het grote rozenwater, een groot rozenwater