Lidwoord voor scheepsarts
1
de scheepsarts m
aanwijzend voornaamwoord
deze scheepsarts, die scheepsarts
dichtbij deze scheepsarts
verder weg die scheepsarts
betrekkelijk voornaamwoord
de scheepsarts die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun scheepsarts
onbepaald voornaamwoord
elke scheepsarts
buigings-e
de grote scheepsarts, een grote scheepsarts