Lidwoord voor schoonmaakbedrijf
1
het schoonmaakbedrijf o
aanwijzend voornaamwoord
dit schoonmaakbedrijf, dat schoonmaakbedrijf
dichtbij dit schoonmaakbedrijf
verder weg dat schoonmaakbedrijf
betrekkelijk voornaamwoord
het schoonmaakbedrijf dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun schoonmaakbedrijf
onbepaald voornaamwoord
elk schoonmaakbedrijf
buigings-e
het grote schoonmaakbedrijf, een groot schoonmaakbedrijf