Lidwoord voor schrijver
1
de schrijver m
aanwijzend voornaamwoord
deze schrijver, die schrijver
dichtbij deze schrijver
verder weg die schrijver
betrekkelijk voornaamwoord
de schrijver die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun schrijver
onbepaald voornaamwoord
elke schrijver
buigings-e
de grote schrijver, een grote schrijver