Lidwoord voor septiemakkoord
1
het septiemakkoord o
aanwijzend voornaamwoord
dit septiemakkoord, dat septiemakkoord
dichtbij dit septiemakkoord
verder weg dat septiemakkoord
betrekkelijk voornaamwoord
het septiemakkoord dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun septiemakkoord
onbepaald voornaamwoord
elk septiemakkoord
buigings-e
het grote septiemakkoord, een groot septiemakkoord