Lidwoord voor sikkelcelziekte

1

de sikkelcelziekte v

aanwijzend voornaamwoord
deze sikkelcelziekte, die sikkelcelziekte

dichtbij deze sikkelcelziekte

verder weg die sikkelcelziekte

betrekkelijk voornaamwoord
de sikkelcelziekte die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun sikkelcelziekte
onbepaald voornaamwoord
elke sikkelcelziekte
buigings-e
de grote sikkelcelziekte, een grote sikkelcelziekte