Lidwoord voor slaapfeestje
1
het slaapfeestje o
aanwijzend voornaamwoord
dit slaapfeestje, dat slaapfeestje
dichtbij dit slaapfeestje
verder weg dat slaapfeestje
betrekkelijk voornaamwoord
het slaapfeestje dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun slaapfeestje
onbepaald voornaamwoord
elk slaapfeestje
buigings-e
het grote slaapfeestje, een groot slaapfeestje