Lidwoord voor smog
1
de smog m
aanwijzend voornaamwoord
deze smog, die smog
dichtbij deze smog
verder weg die smog
betrekkelijk voornaamwoord
de smog die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun smog
onbepaald voornaamwoord
elke smog
buigings-e
de grote smog, een grote smog