Lidwoord voor soapopera
1
de soapopera v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze soapopera, die soapopera
dichtbij deze soapopera
verder weg die soapopera
betrekkelijk voornaamwoord
de soapopera die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun soapopera
onbepaald voornaamwoord
elke soapopera
buigings-e
de grote soapopera, een grote soapopera