Lidwoord voor songfestival
1
het songfestival o
aanwijzend voornaamwoord
dit songfestival, dat songfestival
dichtbij dit songfestival
verder weg dat songfestival
betrekkelijk voornaamwoord
het songfestival dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun songfestival
onbepaald voornaamwoord
elk songfestival
buigings-e
het grote songfestival, een groot songfestival