Lidwoord voor spons
1
de spons v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze spons, die spons
dichtbij deze spons
verder weg die spons
betrekkelijk voornaamwoord
de spons die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun spons
onbepaald voornaamwoord
elke spons
buigings-e
de grote spons, een grote spons