Lidwoord voor sportvereniging
1
de sportvereniging v
aanwijzend voornaamwoord
deze sportvereniging, die sportvereniging
dichtbij deze sportvereniging
verder weg die sportvereniging
betrekkelijk voornaamwoord
de sportvereniging die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun sportvereniging
onbepaald voornaamwoord
elke sportvereniging
buigings-e
de grote sportvereniging, een grote sportvereniging