Lidwoord voor staatstoezicht
1
het staatstoezicht o
aanwijzend voornaamwoord
dit staatstoezicht, dat staatstoezicht
dichtbij dit staatstoezicht
verder weg dat staatstoezicht
betrekkelijk voornaamwoord
het staatstoezicht dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun staatstoezicht
onbepaald voornaamwoord
elk staatstoezicht
buigings-e
het grote staatstoezicht, een groot staatstoezicht