Lidwoord voor sterilisator
1
de sterilisator m
aanwijzend voornaamwoord
deze sterilisator, die sterilisator
dichtbij deze sterilisator
verder weg die sterilisator
betrekkelijk voornaamwoord
de sterilisator die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun sterilisator
onbepaald voornaamwoord
elke sterilisator
buigings-e
de grote sterilisator, een grote sterilisator