Lidwoord voor stortregen
1
de stortregen m
aanwijzend voornaamwoord
deze stortregen, die stortregen
dichtbij deze stortregen
verder weg die stortregen
betrekkelijk voornaamwoord
de stortregen die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun stortregen
onbepaald voornaamwoord
elke stortregen
buigings-e
de grote stortregen, een grote stortregen