Lidwoord voor stroomverbruik
1
het stroomverbruik o
aanwijzend voornaamwoord
dit stroomverbruik, dat stroomverbruik
dichtbij dit stroomverbruik
verder weg dat stroomverbruik
betrekkelijk voornaamwoord
het stroomverbruik dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun stroomverbruik
onbepaald voornaamwoord
elk stroomverbruik
buigings-e
het grote stroomverbruik, een groot stroomverbruik