Lidwoord voor tamari
1
de tamari v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze tamari, die tamari
dichtbij deze tamari
verder weg die tamari
betrekkelijk voornaamwoord
de tamari die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun tamari
onbepaald voornaamwoord
elke tamari
buigings-e
de grote tamari, een grote tamari