Lidwoord voor televisiezender
1
de televisiezender m
aanwijzend voornaamwoord
deze televisiezender, die televisiezender
dichtbij deze televisiezender
verder weg die televisiezender
betrekkelijk voornaamwoord
de televisiezender die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun televisiezender
onbepaald voornaamwoord
elke televisiezender
buigings-e
de grote televisiezender, een grote televisiezender