Lidwoord voor traan
1
de traan m
olie
aanwijzend voornaamwoord
deze traan, die traan
dichtbij deze traan
verder weg die traan
betrekkelijk voornaamwoord
de traan die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun traan
onbepaald voornaamwoord
elke traan
buigings-e
de grote traan, een grote traan
2
de traan v(m)
druppel
aanwijzend voornaamwoord
deze traan, die traan
dichtbij deze traan
verder weg die traan
betrekkelijk voornaamwoord
de traan die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun traan
onbepaald voornaamwoord
elke traan
buigings-e
de grote traan, een grote traan