Lidwoord voor trackrecord
1
het trackrecord o
aanwijzend voornaamwoord
dit trackrecord, dat trackrecord
dichtbij dit trackrecord
verder weg dat trackrecord
betrekkelijk voornaamwoord
het trackrecord dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun trackrecord
onbepaald voornaamwoord
elk trackrecord
buigings-e
het grote trackrecord, een groot trackrecord