Lidwoord voor tropenjaren
1
de tropenjaren meervoud
aanwijzend voornaamwoord
deze tropenjaren, die tropenjaren
dichtbij deze tropenjaren
verder weg die tropenjaren
betrekkelijk voornaamwoord
de tropenjaren die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun tropenjaren
onbepaald voornaamwoord
elke tropenjaren
buigings-e
de grote tropenjaren, een grote tropenjaren