Lidwoord voor universiteitsstad
1
de universiteitsstad v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze universiteitsstad, die universiteitsstad
dichtbij deze universiteitsstad
verder weg die universiteitsstad
betrekkelijk voornaamwoord
de universiteitsstad die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun universiteitsstad
onbepaald voornaamwoord
elke universiteitsstad
buigings-e
de grote universiteitsstad, een grote universiteitsstad