Lidwoord voor vacatie
1
de vacatie v
aanwijzend voornaamwoord
deze vacatie, die vacatie
dichtbij deze vacatie
verder weg die vacatie
betrekkelijk voornaamwoord
de vacatie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vacatie
onbepaald voornaamwoord
elke vacatie
buigings-e
de grote vacatie, een grote vacatie