Lidwoord voor vakantieliefde
1
de vakantieliefde v
aanwijzend voornaamwoord
deze vakantieliefde, die vakantieliefde
dichtbij deze vakantieliefde
verder weg die vakantieliefde
betrekkelijk voornaamwoord
de vakantieliefde die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vakantieliefde
onbepaald voornaamwoord
elke vakantieliefde
buigings-e
de grote vakantieliefde, een grote vakantieliefde