Lidwoord voor veemarkt
1
de veemarkt v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze veemarkt, die veemarkt
dichtbij deze veemarkt
verder weg die veemarkt
betrekkelijk voornaamwoord
de veemarkt die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun veemarkt
onbepaald voornaamwoord
elke veemarkt
buigings-e
de grote veemarkt, een grote veemarkt