Lidwoord voor vertrouwenscrisis
1
de vertrouwenscrisis v
aanwijzend voornaamwoord
deze vertrouwenscrisis, die vertrouwenscrisis
dichtbij deze vertrouwenscrisis
verder weg die vertrouwenscrisis
betrekkelijk voornaamwoord
de vertrouwenscrisis die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vertrouwenscrisis
onbepaald voornaamwoord
elke vertrouwenscrisis
buigings-e
de grote vertrouwenscrisis, een grote vertrouwenscrisis