Lidwoord voor vestigingsklimaat
1
het vestigingsklimaat o
aanwijzend voornaamwoord
dit vestigingsklimaat, dat vestigingsklimaat
dichtbij dit vestigingsklimaat
verder weg dat vestigingsklimaat
betrekkelijk voornaamwoord
het vestigingsklimaat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun vestigingsklimaat
onbepaald voornaamwoord
elk vestigingsklimaat
buigings-e
het grote vestigingsklimaat, een groot vestigingsklimaat