Lidwoord voor vitaminepreparaat

1

het vitaminepreparaat o

aanwijzend voornaamwoord
dit vitaminepreparaat, dat vitaminepreparaat

dichtbij dit vitaminepreparaat

verder weg dat vitaminepreparaat

betrekkelijk voornaamwoord
het vitaminepreparaat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun vitaminepreparaat
onbepaald voornaamwoord
elk vitaminepreparaat
buigings-e
het grote vitaminepreparaat, een groot vitaminepreparaat