Lidwoord voor vluchtmisdrijf
1
het vluchtmisdrijf o
aanwijzend voornaamwoord
dit vluchtmisdrijf, dat vluchtmisdrijf
dichtbij dit vluchtmisdrijf
verder weg dat vluchtmisdrijf
betrekkelijk voornaamwoord
het vluchtmisdrijf dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun vluchtmisdrijf
onbepaald voornaamwoord
elk vluchtmisdrijf
buigings-e
het grote vluchtmisdrijf, een groot vluchtmisdrijf