Lidwoord voor vreugd
1
de vreugd v
aanwijzend voornaamwoord
deze vreugd, die vreugd
dichtbij deze vreugd
verder weg die vreugd
betrekkelijk voornaamwoord
de vreugd die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vreugd
onbepaald voornaamwoord
elke vreugd
buigings-e
de grote vreugd, een grote vreugd