Lidwoord voor vurenhout
1
het vurenhout o
aanwijzend voornaamwoord
dit vurenhout, dat vurenhout
dichtbij dit vurenhout
verder weg dat vurenhout
betrekkelijk voornaamwoord
het vurenhout dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun vurenhout
onbepaald voornaamwoord
elk vurenhout
buigings-e
het grote vurenhout, een groot vurenhout