Lidwoord voor welzijnswerk
1
het welzijnswerk o
aanwijzend voornaamwoord
dit welzijnswerk, dat welzijnswerk
dichtbij dit welzijnswerk
verder weg dat welzijnswerk
betrekkelijk voornaamwoord
het welzijnswerk dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun welzijnswerk
onbepaald voornaamwoord
elk welzijnswerk
buigings-e
het grote welzijnswerk, een groot welzijnswerk