Lidwoord voor wereldkampioenschap

1

het wereldkampioenschap o

aanwijzend voornaamwoord
dit wereldkampioenschap, dat wereldkampioenschap

dichtbij dit wereldkampioenschap

verder weg dat wereldkampioenschap

betrekkelijk voornaamwoord
het wereldkampioenschap dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun wereldkampioenschap
onbepaald voornaamwoord
elk wereldkampioenschap
buigings-e
het grote wereldkampioenschap, een groot wereldkampioenschap

Woorden die lijken op wereldkampioenschap