Lidwoord voor wereldkerk
1
de wereldkerk v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze wereldkerk, die wereldkerk
dichtbij deze wereldkerk
verder weg die wereldkerk
betrekkelijk voornaamwoord
de wereldkerk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wereldkerk
onbepaald voornaamwoord
elke wereldkerk
buigings-e
de grote wereldkerk, een grote wereldkerk