Lidwoord voor werklozencontrole
1
de werklozencontrole v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze werklozencontrole, die werklozencontrole
dichtbij deze werklozencontrole
verder weg die werklozencontrole
betrekkelijk voornaamwoord
de werklozencontrole die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun werklozencontrole
onbepaald voornaamwoord
elke werklozencontrole
buigings-e
de grote werklozencontrole, een grote werklozencontrole