Lidwoord voor winkeltijden
1
de winkeltijden meervoud
aanwijzend voornaamwoord
deze winkeltijden, die winkeltijden
dichtbij deze winkeltijden
verder weg die winkeltijden
betrekkelijk voornaamwoord
de winkeltijden die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun winkeltijden
onbepaald voornaamwoord
elke winkeltijden
buigings-e
de grote winkeltijden, een grote winkeltijden