Lidwoord voor zakencijfer
1
het zakencijfer o
aanwijzend voornaamwoord
dit zakencijfer, dat zakencijfer
dichtbij dit zakencijfer
verder weg dat zakencijfer
betrekkelijk voornaamwoord
het zakencijfer dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun zakencijfer
onbepaald voornaamwoord
elk zakencijfer
buigings-e
het grote zakencijfer, een groot zakencijfer