Lidwoord voor zelfdiscipline
1
de zelfdiscipline v
aanwijzend voornaamwoord
deze zelfdiscipline, die zelfdiscipline
dichtbij deze zelfdiscipline
verder weg die zelfdiscipline
betrekkelijk voornaamwoord
de zelfdiscipline die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zelfdiscipline
onbepaald voornaamwoord
elke zelfdiscipline
buigings-e
de grote zelfdiscipline, een grote zelfdiscipline