Lidwoord voor ziekenauto
1
de ziekenauto m
aanwijzend voornaamwoord
deze ziekenauto, die ziekenauto
dichtbij deze ziekenauto
verder weg die ziekenauto
betrekkelijk voornaamwoord
de ziekenauto die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ziekenauto
onbepaald voornaamwoord
elke ziekenauto
buigings-e
de grote ziekenauto, een grote ziekenauto