Lidwoord voor ziggoerat

1

de ziggoerat v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze ziggoerat, die ziggoerat

dichtbij deze ziggoerat

verder weg die ziggoerat

betrekkelijk voornaamwoord
de ziggoerat die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ziggoerat
onbepaald voornaamwoord
elke ziggoerat
buigings-e
de grote ziggoerat, een grote ziggoerat